Artemis
Artemis was de zuster van de Griekse God Apollo en de dochter van Zeus en Leto. Ze werd vereerd als maagdelijke bosgodin, godin van de jacht en maangodin. Een andere naam voor haar is Diana.
De cyclopen maakten voor haar een koker, boog en pijlen en van Pan kreeg ze haar jachthonden. Maar haar gouden wagen, getrokken door vier herten met gouden geweien, snelde ze de wind achterna. Ze was meesteres van bergen, bos, stenen, dieren, bronnen en het geneeskrachtige water. Als maangodin reed ze in een zilveren wagen met vier witte paarden.
Artemis werd omringd door haar zeven nimfen, die later naar de hemel afreisden en daar in het sterrenbeeld Pleiaden terug te vinden zijn. De heilige dieren van Artemis waren het hert, het everzwijn, de beer, de hond en de kwartel.
Sprookje:
Er was eens een donker en onheilzaam bos, niemand waagde zich er ’s avonds in. Als de maan in de lucht stond, kwamen er op de fluisterende wind allerlei vreemde geluiden naar het dorpje toegewaaid. De bewoners sloten ramen en deuren en kropen bij het vuur. Allerlei verhalen werden op dit soort avonden aan de kinderen doorverteld. Het was altijd zo geweest en niemand had aan de waarheid getwijfeld totdat…………., er een jongetje was die de geluiden helemaal niet eng vond. Voor hem waren het verhalen uit het verre verleden die doorverteld werden aan een ieder die het wilde horen. En hij wilde ze maar al te graag horen. Op een maanverlichte avond kroop hij ’s avonds stiekem uit het huisje en sloop richting het donkere bos. Daar leerde hij de verhalen van weleer en nam deze in zich op.
Maar wie gelooft het kind dat ’s morgens met prachtige verhalen komt? Het kind dat de grens tussen twee werelden heeft overschreden?